dinsdag 26 augustus 2014

* (Little) Jimmy Scott 1925-2014 *




Eerder dit jaar (de zaterdagochtend dat we nog aan het nagenieten waren van de 5-1 tegen Spanje) kwam via diverse media het bericht dat op 12 juni jazz-zanger Jimmy Scott (88) was overleden. Alle Nederlandse nieuws-sites, van NOS tot NRC en Volkskrant, hadden blijkbaar dezelfde bron, want overal stond aanvankelijk het ergerlijke zinnetje “Scott, bekend om zijn kinderlijke stem”. Kinderlijk?! Welke persbureau-lul (m/v) verzint zoiets?




Jimmy Scott was een legendarische zanger, bewonderd door Billie Holiday, Ray Charles en Marvin Gaye. Hij vertolkte elk nummer zo intens en doorleefd dat je echt onmogelijk van kinderlijk kon spreken. De stem was onmiskenbaar van een volwassene. Veeleer was de vraag: van een man of van een vrouw? Scott leed namelijk aan het zeldzame Kallmann-syndroom, met als belangrijkste kenmerk (naast het ontbreken van reukvermogen) het uitblijven van de puberteit. Hij kreeg dus ook niet de baard in de keel, waardoor zijn stem engelachtig hoog bleef.

Nadat hij te horen was geweest op de Lionel Hampton-hit ‘Everybody’s Somebody’s Fool’ (1950), overigens zonder als zanger op de plaat vermeld te worden, tekende hij als Little Jimmy Scott midden jaren vijftig voor het Savoy-label van Herman Lubinsky, waar hij twee LP’s zou maken. In 1962 werd Jimmy gevraagd door Ray Charles om als eerste een plaat uit te brengen op diens eigen Tangerine-label. Het album, Falling In Love Is Wonderful, met Ray als producer en pianist, was een meesterwerk dat Scott’s grote doorbraak had moeten worden. Het mocht niet zo zijn: met het oude contract in de hand dwong Lubinsky al na een maand af dat de plaat uit de handel werd genomen. Pas veertig jaar later kwam het tot een heruitgave. Nadat ook Scott’s vierde album The Source, in 1969 opgenomen voor Atlantic, door de Savoy-baas op identieke wijze was gedwarsboomd en een vijfde voor Savoy (1975) flopte trok Jimmy zich terug uit de muziek. In de jaren tachtig schijnt zijn vrouw eens bij de radio een van zijn liedjes aangevraagd te hebben. Tot hun beider verbazing vernam ze dat hij overleden was.


Hernieuwde erkenning volgde pas in 1991 toen Jimmy Scott, 65 inmiddels, de George & Ira Gershwin-compositie ‘Someone To Watch Over Me’ zong op de uitvaart van een vriend, songschrijver Doc Pomus. David Lynch voerde hem dat jaar zingend op in de slotaflevering van Twin Peaks met 'Sycamore Trees', een nummer dat het jaar erop ook op de soundtrack kwam van de Twin Peaks-film Fire Walk With Me. Lou Reed vroeg hem als achtergrondzanger voor zijn Magic & Loss-album. En in januari 1993 zong hij bij de eerste inauguratie van Bill Clinton ‘Why Was I Born’, het lied dat hij in 1953 ook bij de inauguratie van president Eisenhower had gezongen.

Voor nog meer info zie het bijzondere verhaal "In Jimmy Scott's carrière zat echt alles tegen", dat Koen Schouten in 2004 schreef voor de Volkskrant.

Lionel Hampton & His Orchestra (vocal: Little Jimmy Scott)
Everybody’s Somebody’s Fool (1950)

Someone To Watch Over Me (1955)

Why Try To Change Me Now (1962)

Sometimes I Feel Like A Motherless Child (1969)
noot: Jimmy’s moeder overleed door een verkeersongeluk toen hij 13 was

Sycamore Trees (1992)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten